Afvalrace

Tergend langzaam gingen de sluisdeuren, die ons haventje van de buitenwereld afsluiten, dicht. Ik had zelf nog nooit gezien, dat ze echt dicht gingen, maar ik zag het toen ik met mijn scootertje langs het mooiste stukje Oud-Beijerland reed. Ik stopte om van dit simpele schouwspel te genieten (als bejaarde lijk ik steeds meer van dit soort simpele zaken te genieten), toen ik ome Arie op ons bankje zag zitten. Vrij ongebruikelijk, zo rond half vier in de middag. Natuurlijk ging ik naast hem zitten. We hadden elkaar al een tijdje niet gezien, maar dat maakt bij goede vrienden niet uit. “Hoog water”, zei ome Arie als groet. “De spui-spiegel stijgt.”, antwoordde ik, “Zal wel weer door de opwarming van de aarde komen!” Ik pakte mijn pijp. Ome Arie blies een wolkje uit. “Maar ook, omdat veel landerijen stroomopwaarts, zoals in Limburg en Duitsland, gedraineerd zijn. Hierdoor is de ‘sponswerking’ van de grond sterk verminderd en komt het water bij iedere regenbui vrijwel direct in de rivieren.” (Noot: dit klopt!) Ik stak mijn pijp op. De deuren van het haventje sloten zich. Ik kreeg een bijna huiselijk gevoel. Veilig. Ome Arie haalde een papier uit zijn binnenzak: “Ik heb een brief van juffrouw Jet (zie eerdere verhalen van vorig jaar) gekregen.” Hij vouwde het epistel open en gaf het aan mij. Ik las:

‘Beste ome Arie en meneer Ype,

Het is me dit jaar niet gelukt om jullie te bezoeken. Helaas. De oorzaak hiervan is, dat ik deel neem aan een afvalwedstrijd.’ Ik stopte even met lezen en keek verbaasd ome Arie aan: “Afvalwedstrijd?” Ome Arie knikte: “Lees maar verder!” Ik las verder:

‘Ik moest van de dokter afvallen en las een artikel, dat snel afvallen vrijwel nooit een blijvend resultaat oplevert. Dik worden is ook iets dat langzaam gebeurt. Dus proberen in 3 maanden het overtollig vet, dat je in jaren hebt verzameld, kwijt te raken is tegennatuurlijk. Dus besloot ik deel te nemen aan een ‘afvalwedstrijd’, waarbij het erom gaat, het afvallen zo lang mogelijk vol te houden’ Ik keek nu nog verbaasder. ‘Degene, die het langst volhoudt af te vallen, wint! Het is dus zaak zo langzaam mogelijk af te vallen, des te langer houd je het vol!’ Ik begreep het bijna. ‘En degene, die niet meer afvalt, valt af!’ Ik schoot in de lach: “Dit is een typisch geval van een win-win situatie!” Ik las verder: ‘maar voor deze afvalstrijd moest ik me iedere week met de medestrijders laten wegen. En ik val nog steeds af en ben derhalve nog niet afgevallen. Ik zit dus nog in de wedstrijd!’ Nu gierde ik het uit. Ome Arie zat nu ook te lachen. “Dus je valt altijd af!” De redenatie, dat in korte tijd afvallen zinloos is vond ik wel steekhoudend. Ik las verder: ‘zodoende ben ik niet lang met de staverse jol gaan varen. Want ik moest iedere week terug zijn! Dus ben ik ook niet richting Oud-Beijerland gevaren, want dat red ik niet in een week!’ Ik begreep het. ‘Misschien volgend jaar, tenminste, wanneer ik dan afgevallen ben of gewonnen heb. 

Met vriendelijke groet  juffrouw Jet.

Ik gaf de brief terug aan ome Arie, die hem zorgvuldig in zijn binnenzak terug deed.