Het was een zonovergoten maandag, iets wat haast vanzelfsprekend leek op de eerste schooldag van onze jeugd. We reden nog even langs wat haventjes: Numansdorp, de Hitsert (Zuid-Beijerland) en bezochten zelfs vluchtig ‘De Put’ een van origine illegale haven ten westen van het veer richting Tiengemeten bij Nieuwendijk. Ook tuurden we nog enige tijd over het water. Zonder een spoor van de ‘Dolle Mina’, de Staverse jol van juffrouw Jet, te bekennen. Ome Arie kreeg iets berustends over zich, maar ook iets triests. Ik plaagde hem er een beetje mee en noemde hem een ‘droefboer’. Hij kon er slechts om glimlachen. Ik had medelijden met hem, en reageerde enthousiast, toen nicht Arie mij op mijn mobieltje belde of we zin hadden in een gezamenlijk biertje. Die middag, gewoon bij de haven in ons vertrouwde dorp. Herman en hij hadden ook nog geen nadere berichten over de zoektocht, maar het was immers ome Arie’s verjaardag? Ik schrok. 21 Augustus! Ik was door al dat gezoek helemaal ome Arie’s 78e verjaardag vergeten! De jarige, die het volgens mij zelf ook vergeten was, werd weer iets vrolijker door dit vooruitzicht. We spraken af elkaar rond vier uur weer bij ons bankje bij de haven te treffen. Een prima idee, want onze hofleverancier van pijptabak in de Voorstraat, was op maandagmiddagen open.
Toen ik even voor de afgesproken tijd op mijn scootertje ons bankje naderde zag ik tot mijn verbazing een drukte van jewelste. Hordes kinderen met ouders. Allemaal familie van mijn vriend! Die moesten net na hun eerste schooldag hier naartoe gekomen zijn om ome Arie te feliciteren! De roze zalmschouw van nicht Arie en zijn Herman lag aan de passantensteiger en Riek, Arie’s Riek, zat arm in arm naast haar glimmende ome Arie. Ik gaf hem een hand en een blikje pijptabak en ging op het puntje van de bank zitten. Uit de richting van de ‘Heeren van Beijerland’ kwamen twee obers met drankjes. Op het moment, dat we het glas op de jarige wilden heffen klonk er een beetje lullig scheepstoetertje. Een gepavoisseerde Staverse jol gleed statig ons haventje in! Nicht Arie knipoogde naar me en ik begreep, ook doordat de ‘Dolle Mina’ versierd was, dat dit alles door de heren zo in scene gezet was. Als verrassing voor onze oude melkveehouder. Ome Arie stond op, dronk in één teug zijn borrel op en haastte zich om juffrouw Jet te helpen met afmeren. Ik schoof ondertussen stiekem in de richting van Riek. “Jij vindt het niet ongemakkelijk?”, vroeg ik voorzichtig. “Nee, natuurlijk niet, een man mag toch een gewone vriendin hebben?” En ze stond op om met juffrouw Jet kennis te maken.
Ome Arie kreeg een nieuw glas overhandigd. Hij maande tot stilte en sprak: “Wisten jullie, dat mijn verjaardag vandaag toevallig samenvalt met Sint Juttemis?” Er klonk luid gejuich en iedereen spoedde zich naar de GEBO voor een ijsje. Juffrouw Jet bekeek dit alles met een verbaasd gezicht. Ik legde uit: “Wanneer kinderen aan ome Arie een ijsje vragen antwoordt hij steevast: ‘met Sint Juttemis’. En af en toe is het Sint Juttemis en trakteert hij op ijs. Toevallig(!) vandaag op zijn verjaardag!” Juffrouw Jet lachte een klaterende lach, die onze harten deed smelten…