Koekoeksklok

Het ietwat zoetige aroma van de rook uit ome Arie’s pijp kwam me al tegemoet toen ik ‘ons’ haventje van Oud-Beijerland naderde. De geur der herkenning. Blijmoedig stalde ik mijn scootertje, pakte mijn pijp en ging deze, na onze wederzijdse groet (“Goeiemorgen!”), naast mijn goede vriend zitten stoppen.
De ergste hitte was geweest. Het was gewoon heerlijk weer, iets bewolkt met een koel aanvoelende wind.
Een aantal ligplaatsen was leeg. Verlaten door scheepjes, die met hun schippers het ruime sop hadden gekozen op zoek naar avontuur. Op andere plekken waren zeehelden druk bezig hun bezit ruim in het sop te zetten als voorbereiding op hetgeen zou komen.
Ik stak de tabak in mijn pijp aan. De uitgeblazen wolkjes werden door de wind meegevoerd. Zo zaten we, heerlijk ontspannen, te genieten van ons leven. Er ging een dunne grijzende dame op het bankje naast het onze zitten. In kleermakerszit met haar handpalmen naar boven en haar duimtoppen tegen haar vingertoppen. Zo zat ze daar geruime tijd haar ogen dicht op haar manier te ontspannen. “Zo kan het ook…”, las ome Arie mijn gedachten. Ik knikte, trok aan mijn pijp en antwoordde: “Die kleermakerszit gaat wel een probleempje geven.” Hij glimlachte begrijpend. Ik hield mijn pijp omhoog: “Ik ontspan hiermee.” Ik vond het niet nodig de gezondheidsnadelen van het roken hierbij te benoemen. ‘Roken maakt impotent’ is op onze leeftijd geen echt dreigement meer…
De yoga-diva kon, gestoord door ons geleuter, maar vooral ook door onze rook, welke haar kant opgeblazen werd, niet goed haar rust vinden. Ze stond op, trok haar neus op en zocht, na een chagrijnige blik onze kant op, naar een andere meditatieplek. Van ontspanning was geen sprake meer.
“Stress, omdat je nergens een plek kunt vinden om te ontspannen”, lachte ome Arie. Hij trok aan zijn pijp, blies een wolkje uit en vervolgde: “Ik had ooit een oudoom, die moeite had met kakken. Hij zat uren op het toilet, maar het lukte gewoon niet!” Ik kon me er weinig bij voorstellen, maar begreep het probleem. “Hij probeerde van alles: wonderolie, uiensoep, allerlei pillen, maar niets hielp. Volgens zijn arts was het een psychisch probleem.” De oude veeboer nam een trekje van zijn pijp. “De oorsprong van zijn probleem was te herleiden tot zijn jeugd. In de oorlog. Als jong ventje ging hij, net als iedereen toen, op het gemak, dat was een klein houten huisje, dat boven de sloot gebouwd was. In dat huisje zat een bankje met een gat er in. Zo belandden de uitwerpselen direct in de onderliggende sloot.” Ik had dat zelf ooit eens gezien, in mijn jeugd in Dubbeldam, waar bij de plaatselijke kroeg met speeltuin, Eyckendonck geheten, ook zo’n ‘gemak’ was. Vooral de lucht van die sloot eronder is me altijd bij gebleven… De verteller ging verder: “Op een dag zat hij op zijn gemak op het gemak toen een van zijn broers een rotje afstak en onder dat huisje gooide, al roepend: ‘De moffen! Zoek dekking!’ De schijterd vloog met zijn broek nog op zijn hielen uit het gemak en zocht dekking in de strontsloot. Tot groot plezier van zijn broers, natuurlijk!” Ome Arie lachte er zelf niet om. Het was natuurlijk ook best een triest verhaal. “Volgens de psycholoog had hij een PostTraumatisch Stront Sloot Syndroom!” Nu schoot ik wel in de lach. Ome Arie bleef echter doodserieus. “Maar gelukkig is hij er uiteindelijk toch redelijk vanaf gekomen!” Ik keek even opzij: hij was nog steeds ernstig: “Door een koekoeksklok!” “Door een koekoeksklok?!” moest ik wel vragen. Ome Arie knikte en herhaalde: “Door een koekoeksklok!” Even viel een stilte om de spanning op te voeren. “Een grote koekoeksklok op de wc!” Ik keek verbaasd, want ik kon me een grote koekoeksklok in een klein plee-tje niet echt goed voorstellen. Hij blies een wolkje rook uit. “Door het getik van die klok ontspande hij volledig en dan kon hij zijn lading loslaten!” Ik vond zijn woordkeus wel grappig, maar was toch niet geheel tevreden met de uitleg: “Maar waarom specifiek een grote koekoeksklok?” Mijn bankgenoot trok aan zijn pijp en antwoordde, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was: “Hij ontspande dan zo goed, dat hij na het kakken steeds in slaap viel. Die koekoek wekte hem dan binnen een half uur, en zorgde er zo voor, dat zijn vrouw ook nog eens naar het toilet kon!”